Historie

Sint Urbanuskerk
Rooms-katholieke kerk, gewijd aan de heilige Urbanus I, paus van 220 – 230. Gebouwd in neogotische stijl naar ontwerp van Th. Asseler. De kerk is gewijd op 16 juli 1879, de feestdag van de heilige Maagd Maria van de berg Karmel.

Van statie tot kerk
De kerk begon in 1350 als statie (standplaats van een missionaris). In 1461 gaf paus Pius II toestemming om de Heilige Mis daar te vieren. Voor het oprichten van kerkgebouwen was van 1824 tot 1868 toestemming nodig van de overheid (departement van Binnenlandse Zaken, Onderwijs en Waterstaat), die daarbij tevens subsidie voor de bouw kon verlenen. Na de Alteratie op 26 mei 1578, waarbij Amsterdam tot het protestantisme overging, werd ook in Duivendrecht de openlijke uitoefening van de katholieke godsdienst verboden. De inwoners van Duivendrecht zochten hun toevlucht in de statie Sint Petrus’ Banden te Diemen. In 1652 werd Duivendrecht, ondanks verzet uit Diemen, een zelfstandige statie, gewijd aan Sint Urbanus. Een schuilkerk werd ingericht in een boerderij, aan wat nu de Rijksstraatweg is. Deze boerderij deed dienst tot 1840 en was toen zo bouwvallig geworden, dat men besloot over te gaan tot nieuwbouw. Van de waterstaatskerk uit 1853 zijn nog resten zichtbaar in de pastorie. De parochie werd gesticht in 1858.

Kerkgebouw
De twee torens, een zeldzaamheid voor een dorpskerk, werden gebouwd vanuit een wedijver met de Sint Urbanuskerk in Ouderkerk aan de Amstel. Bouwpastoor Laurent wilde een hogere toren, maar vanwege het veen als ondergrond was dit niet mogelijk. Dus werden twee torens gebouwd met als gevolg dat er weinig tot geen geld meer was voor het interieur van de kerk. De twee torens bestaan uit drie geledingen met torenspits. De eerste geledingen en de torenspitsen zijn niet identiek. Het verhaal gaat dat de inzamelingsactie voor het “bouwfonds” gewonnen werd door de vrouwen en de mannentoren daardoor iets korter is. De kerkklokken zijn gegoten bij Petit en Fritsen te Aarle-Rixtel. De glas-in-loodramen hebben de afbeeldingen van de beelden, die in de zestigerjaren van de 20e eeuw uit de kerk verwijderd zijn. De initialen op de ramen verwijzen naar de parochianen, die de ramen bekostigd hebben. De preekstoel dateert uit begin 18e eeuw. De kruiswegstaties zijn uniek vanwege de banderollen, die de staties verbinden met teksten uit het Oude Testament. Het kerkbestuur heeft samen met pastoor Laan in de zeventiger / tachtiger jaren van de vorige eeuw er voor gezorgd dat de plannen voor het treinstation werden gewijzigd, waardoor kerk en pastorie behouden konden blijven.